01 Feb Rocamadour in het kort
Rocamadour ligt in het departement Lot (46), gebouwd op een rots helemaal in het noorden van het uitgestrekte kalksteenplateau ‘Parc naturel régional et Géoparc des Causses du Quercy’. De stad is na Lourdes het meest bezochte bedevaartsoord van Frankrijk. Hoewel de Dordogne niet doorheen Rocamadour loopt, maakt het stadje wel deel uit van de toeristische regio ‘Vallée de la Dordogne’. Rocamadour ligt op 27 km of 37 minuten rijafstand van Le Manoir in Souillac.
Hoe groot is Rocamadour?
Rocamadour heeft een oppervlakte van een kleine 50 km². Dat is zoveel als onze Vlaamse steden Lier, Asse of Scherpenheuvel. Deze steden hebben met een bevolkingsaantal van respectievelijk rond de 36-, 33- en 23-duizend een bevolkingsdichtheid van 743, 681 dan wel 458 inwoners per vierkante kilometer. Rocamadour daarentegen telt amper een goede 600 inwoners, wat resulteert in een bevolkingsdichtheid van ocharme 13 inwoners per vierkante kilometer. Klinkt desolaat, maar is het alleen in de winter, als alle toeristen weg zijn. Want van zodra het toeristische seizoen begint, zeg maar vanaf Pasen, is het er op de koppen lopen. En dat duurt zo tot half november.
Wat maakt Rocamadour zo bekend?
Rocamadour is al sinds de middeleeuwen een euh… toeristische trekpleister, al heette het toerisme van toen een bedevaart. Al sinds de twaalfde eeuw stelt men om de zoveel vast dat er een mirakel gebeurt, en dat betert er niet op wanneer ook het beeld van de Zwarte Madonna van Rocamadour bekendheid krijgt. Deze madonna immers was en is vanop afstand aanroepbaar, en vooral zeelui stellen vast dat de Heilige Maagd dan graag haar persoonlijke relaties met de allerhoogste instanties inzet om aan hun noodkreten gehoor te geven.
Als gevolg van dit alles breidt het stadje sinds de middeleeuwen gestaag uit, wat niet makkelijk is gezien haar ligging tegen een steile, 150 meter hoge rotswand die oprijst vanuit de vallei van de Alzou, een zijriviertje van de Dordogne. Geleidelijk aan ontstaan er drie regionen: beneden tegen de vochtige vallei aan woont de werkmens, erboven huizen de geestelijken en verrijzen de heiligdommen en nog een statie hoger komt de burcht van waaruit de wereldlijke macht de zaak domineert. En het is precies deze niet voor de hand liggende gestapelde architectuur die van Rocamadour ook voor de niet-gelovigen onder ons een pareltje om te bezoeken maakt.
Geschiedenis van Rocamadour tot aan de Franse Revolutie.
Al sinds de paleolithische tijd is er sprake van bewoning in de regio. In de ‘grotte des Merveilles’, heden ten dage bereikbaar via zo goed als dezelfde ingang als het Office de Tourisme, zijn er grotschilderingen te bewonderen. Een aantal kilometer verderop getuigt de ‘grotte de Linars’ als woonst en necropool uit de bronstijd dat ook toen de streek in trek was.
Uit een oppidum in de buurt valt af te leiden dat ook hier Galliërs en Romeinen eeuwen later met elkaar in ruzie lagen, maar de echte nog zichtbare geschiedenis van Rocamadour neemt zijn vlucht pas in de middeleeuwen. Het stadje wordt voor het eerst vermeld in 1105 waarbij er sprake is van een kleine kapel ergens in een van de grotingangen die de rotswand rijk is. Blijkbaar reden genoeg voor de abt van Tulle om er zich in 1112 te komen vestigen. Het is nog wachten tot 1148 op een eerste mirakel, maar sindsdien is het hek van de dam. Bezoekers stromen toe, giften worden verzameld en het ene religieuze gebouw na het andere ziet het daglicht.
Maar het feest blijft niet duren. In 1317 is de hype al even voorbij, en de laatste monnik verlaat Rocamadour. Het stadje raakt in verval, al was het maar omdat ergens in de 15de eeuw ook nog een flink stuk rots naar beneden dondert en behoorlijk wat ravage aanricht. Toch blijft er in 1562 nog genoeg overeind om boze protestanten, volop verwikkeld in de toen populaire godsdienstoorlogen, naar Rocamadour te lokken om er beelden, schilderijen, klokken en alle heiligdommen stuk te slaan.
Na een moeizame en slechts gedeeltelijke heropbouw krijgt het stadje er tijdens de Franse Revolutie nogmaals flink van langs.
Geschiedenis van Rocamadour na de Franse Revolutie.
Aan het begin van de 19de eeuw rest er nog weinig van de eens zo glorieuze stad. Nog slechts drie heiligdommen staan overeind. Bomen groeien doorheen de daken van kerken en kapellen. Er resten nog slechts een handvol inwoners.
Maar Frankrijk begint de waarde van zijn architecturale patrimonium in te zien. Dat neemt niet weg dat een verzoek tot financiële steun, daterend uit 1830 en ingediend door de prefect van het departement Lot, bij de hogere overheid geen gehoor krijgt. Het is wachten tot 1855 op de bisschop van Cahors die het lumineuze idee heeft om middels een loterij aan middelen te geraken. Helaas haalt deze loterij maar een kwart van de benodigde middelen binnen. De werken worden desalniettemin gestart en lopen tot 1872. Om verdere vertraging te vermijden én omdat de Staat toch niet wilde bijdragen, weigert de bisschop elke controle van de Commissie voor Historische Gebouwen. Tussentijds geraken weliswaar de centen op, maar de ondertussen goed draaiende Maria-merchandising en giften allerhande houden het zaakje draaiende.
Architecturale bezienswaardigheden in Rocamadour
De eens middeleeuwse stadskern heeft zijn autovrije charme behouden, al was het maar omdat de hoofdweg zo steil is dat er trappen aan te pas komen om tot boven te geraken. De weg kronkelt tegen de rotswand op omhoog. Vier versterkte stadspoorten (Salmon, Cabilière, de l’Hôpital, du Figuier) bewaken de ingang. Een monumentale trap brengt de bezoekers tot aan de esplanade met de zeven heiligdommen. Wie echt devoot is, legt in alle nederigheid deze hele tocht op de knieën af. Maar dan nog is de top van de rotswand niet bereikt: een van haarspeldbochten voorziene kruisweg brengt de bezoeker helemaal tot het kasteel bovenaan de rots.
Voor wie geen penitentie wil doen op de knieën noch de moed heeft om het hele traject te voet af te leggen is er ook een lift met tussenstop ter hoogte van de heiligdommen.
Wat valt er verder in Rocamadour nog te beleven?
Soms valt het moeilijk om vooral de kinderen te motiveren om, vaak in de zomerse warmte, helemaal naar beneden richting de vallei en dan weer naar boven richting de parking te wandelen, “en dat allemaal voor wat kerken en kapellen”. Gelukkig vallen er wel wat wortels voor hun neus te hangen. Ze kunnen bijvoorbeeld op zoek naar Durendal, het magische onbreekbare zwaard dat volgens het Roelandslied toebehoorde aan ridder Roland. Dat zit hoog tussen de rotsen geklemd, zichtbaar vanaf het plein met de kapellen en de basiliek.
Maar ook buiten het historische centrum zijn er interessante bestemmingen, zoals de al genoemde ‘grotte des Merveilles’ met zijn rotsschilderingen. Of wat nog meer tot de verbeelding spreekt: de 150 makaken in het 20 ha grote ‘Fôret des Singes’. Die komen zowaar uit je hand eten! En dan heb je nog wat verderop ook de ‘Rocher des Aigles’ waar ze spectaculaire roofvogelshows organiseren. En om af te sluiten, waarom niet, een ijsje eten in ‘Les Goûts et les Couleurs de Rocamadour’. Een tent gerund door Vlamingen die hun eigen koeien en geiten melken om ter plaatse te verwerken.
Wat hebben we vandaag geleerd…?
Rocamadour is een van de onmogelijk te missen dagtochten voor wie de streek aandoet. Het stadje zelf is wegens super fotogeniek een bezoek waard, en ook de Heilige Maagd kan mits de juiste verzoeken zorgen voor een verbeterde levenskwaliteit. Zeker ook de kinderen vinden er zonder enige twijfel hun gading.
Nog nooit in Rocamadour geweest?
Daar kan verandering in komen. Boek uw vakantie op Le Manoir in Souillac en wij wijzen je de weg!
Addendum
Sinds kort kreeg Rocamadour een upgrade: het behoort voortaan tot het selecte clubje van dorpen die behoren tot de Plus Beaux Villages de France!