01 Aug De grot van Rouffignac
Een grot vol tekeningen van voornamelijk mammoets. Hoewel voor mij als leek prehistorie en mammoet op één lijn staan, kan ik me nu precies toch niet herinneren dat ik veel mammoets zag in de grotten van, zeg maar, Cougnac of Pech Merle. Benieuwd hoe dat komt…
Wat te doen bij te warm weer?
Het is een week waarin de temperaturen vlotjes boven de 30 graden stijgen. Dat leidt tot vreugde én zuchten. Jawel, zalig om dan in het zwembad te dobberen. “Maar het is hier zo mooi, we willen echt ook wel wat van de omgeving meepikken”. Tip van de dag: bezoek eens een altijd koele grot. Maar reserveer tijdig, want je bent vast niet de enige met dit lumineuze idee!
Geen online tickets voor de grot van Rouffignac!
Als één van onze alleenreizende gasten zich tijdens een uitgebreid aperitief laat ontvallen dat ze graag de grot van Rouffignac wil verkennen, roep ik spontaan uit dat ik mee wil. Want na al die jaren zijn Jan en ik daar vreemd genoeg nog nooit geraakt. Het is dan wel een uurtje rijden van Souillac, maar ach, een uurtje rijden in deze streek is de normaalste zaak van de wereld en op zich al een plezier.
Op de dag van vertrek staan we rond het middaguur klaar, want in tegenstelling tot andere grotten valt er in Rouffignac niets op voorhand te reserveren. Je komt en hoopt op een toegangsticket. Om 14u gaat het loket weer open, en wij willen zeker zijn van een plaatsje bij de gelukkigen.
Op tijd vertrekken en er picknicken…
Iets over enen rijden we langs wat de opening van de grot lijkt, en we zien geen kat. Geen mens. Geen auto. Geen duidelijke parking. Wat verderop loopt de weg dood op een grote ingerichte picknickplek. Met, oef, toch twee tafeltjes bezet. En ja, de grot is weldegelijk hier. Geeft ons de tijd om in de schaduw van de bomen nog wat te genieten van de warmte, en alsnog als eersten aan het onthaal te verschijnen. Naarmate het toegangsuur nadert, blijkt toch al snel dat men niet voor ons alleen de grot zal moeten openen.
Om stipt 14u gaat de poort open en belanden we in de koele ontvangstruimte. We krijgen te horen dat het treintje over een half uur vertrekt. Het treintje!
Het treintje in de grot van Rouffignac
De grot van Rouffignac is de enige grot in de wijde omgeving die je ook slecht te been kan bezoeken. Want er komt geen wandelen aan te pas, geen trappen op en trappen af, geen geschuifel langs waterplasjes of modderplekken, geen klimmen en dalen in het halfduister. Neen, Rouffignac heeft een treintje. En wel al sinds de opening in 1959. En bij het zien van dat treintje ben ik ervan overtuigd dat dit hetzelfde treintje is als toen. Ik stap in met het idee dat ik eigenlijk nog te fit ben om van dit soort vervoer gebruik te maken, tot ik te horen krijg dat men bij ontwerp niet echt de minder mobiele medemens in gedachten had, dan wel de bescherming van het milieu in de grot. Want het treintje houdt het aantal deelnemers beperkt tot 30 per rit, het verhindert dat bezoekers tegen de wanden aanleunen, en dat ze door het wandelen opwarmen en meer koolstofdioxide uitstoten. Lascaux hield met dit alles geen rekening en kijk, daar bezoek je nog slechts een replica.
De grot zelf is niet zo spectaculair
De treinbestuurder blijkt archeoloog en voorziet ons van tekst en uitleg tijdens de rit. De grot van Rouffignac is met zijn lengte van zo’n 8 km een van de grootste van de streek. De galerijen zijn verdeeld over 3 niveaus en met het treintje komen we zeker niet overal. Op sommige plaatsen zijn de gangen wel 10 meter hoog en tot 12 meter breed. De kalkstenen wanden zijn bezaaid met bolvormige uitstulpsels van versteende silex. Hier geen stalagmieten, stalactieten of kabbelend water, want al 2 tot 3 miljoen jaar geleden droogde het hele zaakje op.
Wel spectaculair: restanten van de eerste bewoners
De eerste die de grot bezochten waren naar alle waarschijnlijkheid holenberen. Ze lieten niet alleen ontelbare krassen op de muur achter, maar, veel indrukwekkender nog, honderden nesten waarin ze hun winterslaap doorbrachten. Zo’n holenbeer was nogal op zijn rust gesteld, want er sliep nooit meer dan één beer tegelijk in de grot. Dat er toch zoveel nesten zijn terug te vinden, betekent alleen dat de beren in kwestie geen zin hadden om in het bed van hun voorgangers te slapen.
Kunstenaars bezoeken de grot
Veel later, toen de holenbeer al uitgestorven was, gingen de homo sapiens er op verkenning. Ze namen een olielamp en zwarte krijtsteen mee, en leefden zich uit op de wanden. Dit gebeurde zo’n 18.000 tot 10.000 jaar geleden toen hier voornamelijk rendieren rondliepen, maar ook edelherten, paarden, en allerlei soorten geit. Wat de grot van Rouffignac dan ook zo uniek maakt, is dat hier op een totaal van zo maar even 250 dierentekeningen niet minder dan 158 mammoets voorkomen, een dier dat weliswaar nog enkele duizenden jaren moest wachten op zijn uitsterven, maar toch al redelijk zeldzaam was. In heel West-Europa bevinden zich in totaal 350 versierde grotten, en de grot van Rouffignac verzamelt maar liefst één derde van alle getelde mammoets samen.
‘Kunstenaars’ bezoeken de grot opnieuw
We rijden van mammoet naar mammoet en moeten toegeven dat ze er allemaal wel heel kunstig en gedetailleerd bij staan. Domper op het hele verhaal: ergens in de jaren ‘70 van vorige eeuw zijn er opnieuw een aantal jeugdige homo sapiens de grot binnengedrongen, ditmaal gewapend met zaklamp en spuitbus, om over de eeuwenoude tekeningen wat nieuwerwetse teksten te kladden. Dat doet pijn. Gelukkig zijn ze niet tot helemaal achteraan geraakt, waar we met z’n allen even het treintje mogen verlaten om ons aan het plafond te vergapen, dat als een stripalbum vol plaatjes staat. Wanneer we opnieuw instappen blijkt het treintje, dat hier zijn eindstation heeft bereikt, op ingenieuze wijze klaargestoomd om ons in de andere richting terug naar de uitgang te voeren.
Nog veel te zien in de buurt…
Na een tocht van een uur stilzitten bij 13° ben ik blij dat ik, ondanks mijn extra kleding, bij het verlaten van de grot vaststel dat het buiten nog steeds ruim 30° is. Onze gps leidt ons terug huiswaarts over het mooie dorpje Thonac, langs het kasteel van Losse en een flink stuk langs de Vézère tot in Montignac, waar zich de grotten van Lascaux bevinden. Ideaal dus om een bezoek aan de grot van Rouffignac te combineren met een verdere verkenning van deze sinds mensenheugenis bewoonde en wonderschone vallei.